Ariënsinstituut > Dag over roepingen in voetspoor van Willibrord

Dag over roepingen in voetspoor van Willibrord

Onder het motto ‘Beter horen’ organiseerde het Interdiocesaan Roepingen Overleg (IRO) op 7 november (Hoogfeest van H. Willibrord, patroon van de Nederlandse Kerkprovincie) in Utrecht een landelijke impulsdag over roepingen in de parochie. Centraal tijdens de dag stond de geloofsgemeenschap als omgeving om Gods roepstem te leren verstaan. Vanuit allerlei parochies en religieuze gemeenschappen waren vertegenwoordigers aanwezig bij wie de pastorale zorg rond jeugd, jongeren en roeping in handen ligt. “We hopen vandaag geïnspireerd te worden,” aldus IRO-voorzitter Kuipers, rector van het Ariënsinstituut.

De impulsdag begon met een Eucharistieviering in de St. Catharinakathedraal met kardinaal Eijk als hoofdcelebrant. In de Nicolaïkerk verzorgde de Rotterdamse bisschop Van den Hende aansluitend een lezing over het thema ‘Beter horen’. Na de lunch volgden drie presentaties over ‘best practices’, waarna de dag werd afgesloten met een forumdiscussie. De circa 120 aanwezigen waren blij met dit initiatief van het IRO, zo bleek tijdens de ontmoetingen in de pauze en bij de afsluitende borrel.

Kardinaal Eijk memoreerde dat de H. Willibrord één van de eerste geloofsverkondigers in onze streken was. Hij vertelde in zijn preek hoe God zijn eigen roeping had gered door de komst in 1969 van een priester en diens huishoudster naar Eijks geboortedorp Duivendrecht: zij boden hem op geloofsgebied de houvast die hij nodig had. “Velen hebben bij de ontdekking van hun bijzondere roeping en hun groei daarin heel veel te danken aan priesters, diakens en religieuzen, maar ook aan andere gelovigen die voor hen echte inspiratiebronnen waren,” aldus kardinaal Eijk. Op het Hoogfeest van de H. Willibrord “gedenken we in het bijzonder degenen die ons het eerst het Woord van God verkondigd hebben en zo van het duister tot het licht brachten.”

In zijn lezing refereerde mgr. Van den Hende aan het bekende merk en de bijbehorende reclames voor gehoorapparatuur waar hij het thema in eerste instantie mee associeerde. “Maar horen is niet alleen een technisch verhaal, horen is niet alleen een kwestie van het aanschaffen van een apparaat,” aldus de Rotterdamse bisschop. Ook wanneer het gaat om roeping “is horen niet louter een kwestie van techniek, niet alleen iets van de oren. Het gaat om heel de mens die in kracht van zijn geloof wordt aangesproken door God. Roeping heeft te maken met het leven in geloof.” Daarom ging hij eerst te rade bij de Catechismus, “bij uitstek een geloofsboek.” Vervolgens focuste hij op roeping in het licht van de heilige Schrift en daarna op een aantal kerkelijke documenten waarin aandacht wordt besteed aan roepingen, zonder daarbij overigens naar volledigheid te streven, zo stelde hij de aanwezigen gerust. Ook stond hij stil bij de pauselijke boodschappen die zijn verschenen sinds paus Paulus VI in 1964 de Wereldgebedsdag voor roepingen instelde, die sindsdien jaarlijkse op de vierde zondag van Pasen wordt gevierd.

Tot besluit vroeg Van den Hende zich af of onze geloofsgemeenschap werkelijk de plek is om Gods roepstem te horen en te leren verstaan, en of roeping een kwestie is van beter horen of je alleen maar voegen. Daarom kwam hij met een aantal aanvullingen op het motto ‘beter horen’. Om het verband te zien tussen geloof en roeping, moeten we ‘beter kijken’, aldus de Rotterdamse bisschop. Roeping en gebed horen bij elkaar, daarom moeten we ook ‘beter bidden’. De volgende stap is ‘meer binden’: aan Christus, aan de Kerk, aan elkaar. Verder moeten we ‘beter buigen’ om Gods roepstem te verstaan. Mensen zijn vaak overtuigd van hun eigen zwakheden, dat vraagt volgens mgr. Van den Hende om ‘meer vertrouwen’. Met het oog op de menselijke vrijheid, die bij jongeren vaak leidt tot uitstelgedrag, is ‘beter kiezen’ van belang. Ten slotte is er ‘meer toeleg op de roeping tot heiligheid’ nodig. Zo kan de geloofsgemeenschap meer dan nu het geval is “een omgeving zijn om Gods roepstem te verstaan.”

De Rotterdamse priester Michel Remery, werkzaam voor het jongerenpastoraat in het Aartsbisdom Luxemburg en bekend van het project ‘Twitteren met GOD’, breidde voor zijn presentatie de ondertitel van de dag uit tot ‘De virtuele geloofsgemeenschap als omgeving om Gods roepstem te leren verstaan’. In enkele ‘stapstenen naar roeping’ voerde hij de toehoorders mee langs de kansen en uitdagingen die hij ziet rond roepingenpastoraat. Hij benadrukte onder meer het belang om samen met jongeren op zoek te gaan naar antwoorden (dé jongere bestaat niet) en hij vatte samen hoe we ons als Kerk moeten gedragen, als gemeenschap en individueel: authentiek, bidden, getuigen, luisteren en, heel belangrijk, wees niet bang! Remery sloot af met een wereldpremière: het eerste filmpje van een online roepingencursus die hij samen met het Katholiek Alpha Centrum ontwikkelde.

Zuster Madeleine Bouman uit Zutphen is lid van de congregatie van de Missiezusters van het Kostbaar Bloed. Via de website ‘Gast in de klas’ kunnen schoolklassen op excursie naar haar klooster in Noord-Brabant. Dat aanbod blijkt te werken: zo had ze daags voor de impulsdag een groep van 90 scholieren over de vloer. En op weg naar Utrecht was ze die ochtend in de trein aangesproken door een student: ‘Bent u een echte non?’ Dat soort momenten is belangrijk, aldus zr. Madeleine, die met deze voorbeelden bovendien aantoonde dat de in het kader van jongeren- en roepingenpastoraat veel gestelde vraag ‘Waar vinden we de jongeren?’ zich met een dergelijke benadering niet moeilijk laat beantwoorden. Ze vertelde ook wat in haar roepingsgeschiedenis belangrijke momenten waren geweest. Zoals een reis naar Rome, waardoor ze zich deel van de Wereldkerk voelde, en een nacht van aanbidding.

De laatste spreker was mgr. De Jong, hulpbisschop van Roermond. Hij deelde een aantal ervaringen die hij opdeed tijdens de recente Bisschoppensynode over ‘Jongeren, het geloof en de onderscheiding van de roeping’, waarbij hij namens de Bisschoppenconferentie aanwezig was. Hij deelde onder meer de twee krachtlijnen die tijdens de synode duidelijk werden: enerzijds de begeleiding van jongeren (op school maar ook online) en anderzijds de verkondiging. Veelvuldig kwam het beeld van de Emmaüsgangers tijdens de synode naar voren. Ook voerde De Jong de aanwezigen in sneltreinvaart langs de interventie die hij daar had gehouden.

De impulsdag werd afgesloten met een forumdiscussie onder leiding van dagvoorzitter Jos Geelen, pr. (kanselier van het bisdom Groningen-Leeuwarden). Daarbij werd onder meer de vraag gesteld: de jeugd spreekt tegenwoordig overal over, waarom dan niet over het geloof? Michel Remery antwoordde dat ‘Twitteren met GOD’ precies daarvoor bedoeld is: om met jongeren in gesprek te gaan. Maar als er geen jongeren zijn, hoe begin je dan?, zo vroeg hij zich af. Dan is het de kunst om bijvoorbeeld via een betrokken gezin, mensen die met Kerst in de kerk komen, vormselgroepen et cetera één of twee mensen te vinden met wie je in gesprek kunt gaan. “Dan begint het,” aldus Remery, en kan dit als een sneeuwbaleffect werken: zij gaan met anderen in gesprek en zij weer met anderen.